ZIEKTE VAN CUSHING

Bij doseringen Caninsulin® hoger dan 2 x daags 1,5 IE/kg lichaamsgewicht is het raadzaam
nadere diagnostiek naar acromegalie en het syndroom van Cushing uit te voeren. Hier informatie over deze twee ziekten.
Gesloten
Gebruikersavatar
Jeanne
...VETERINAIR... ....DIABETES..... ...CONSULENT...
...VETERINAIR... ....DIABETES..... ...CONSULENT...
Berichten: 16264
Lid geworden op: 18 sep 2005, 12:33
Locatie: Almelo - Mickey is over de Regenboogbrug maar kreeg ruim 8 jaar Caninsulin.
Contacteer:

ZIEKTE VAN CUSHING

Bericht door Jeanne »

De ziekte Cushing
De ziekte van Cushing is een aandoening waarbij er een overproductie plaatsvindt van glucocorticosteroïden (prednison-achtige stoffen). Er wordt dan ook wel gesproken van chronisch hyperadrenocorticisme. Het belangrijkste natuurlijke glucocorticosteroïd is cortisol. Glucocorticosteroïden (hierna kortweg aangeduid als cortisol) worden gemaakt in de bijnierschors. De bijnier is een klein orgaantje dat, zoals de naam al doet vermoeden, vlakbij de nier ligt. De bijnieren worden bij de aanmaak van cortisol gestuurd door een ander orgaantje: de hypofyse. De hypofyse ligt in de hersenen en heeft onder andere als taak op grond van de concentratie cortisol in het bloed stimulerende of remmende signalen af te geven naar de bijnier. Is de cortisol concentratie in het bloed te laag, dan zal de hypofyse het hormoon ACTH (=adrenocorticotroop hormoon) afgeven waardoor de bijnier gestimuleerd wordt om meer cortisol te gaan produceren. Een hoge concentratie cortisol in het bloed zal de hypofyse juist afremmen om ACTH af te geven. Dit heet een "feed back systeem". Treden er in dit mechanisme fouten op, dan kan dit tot een overproductie van cortisol leiden, waardoor de ziekte van Cushing ontstaat.

* Kattenplaza - Cushing bij katten
* Dierenkliniek Lemmer - Ziekte van Cushing (hond)
* Dierenarts Specialisten Amsterdam - Hormonale ziektes - Cushing
* Dierenkliniek Noordwijkerhout - Ziekte van Cushing
* WHG-dierenartsen - 1.Ziekte van Cushing & 2.Cushing
* Dierenkliniek Paltrok - Cushing
* Dierenkliniek Brouwhuis - Cushing
* Huisdierenziekenhuis - Syndroom van Cushing
* Weetjes over Katten - Kale plekken, Cushing een van de oorzaken
* Huisdierendokter - SYNDROOM VAN CUSHING BIJ HOND, KAT, CAVIA, KONIJN en FRET
* World Small Animal Veterinary Association o.a. Acromegaly, Pancreatitis en bij Cushing Feline Diabetes Mellitus: How Relevant are Acromegaly, Hyperadrenocorticism and Pancreatitis as Underlying Disorders? (juni 2010)
* Syndroom van Cushing vraagt om maatwerk! (hond) Dr. Hans Kooistra Veterinair tijdschrift "De Praktijk" augustus 2011
Gebruikersavatar
Jeanne
...VETERINAIR... ....DIABETES..... ...CONSULENT...
...VETERINAIR... ....DIABETES..... ...CONSULENT...
Berichten: 16264
Lid geworden op: 18 sep 2005, 12:33
Locatie: Almelo - Mickey is over de Regenboogbrug maar kreeg ruim 8 jaar Caninsulin.
Contacteer:

Kale plekken. Cushing?

Bericht door Jeanne »

Cushing bij katten (KattenPlaza)

De ziekte Cushing
De ziekte van Cushing is een aandoening waarbij er een overproductie plaatsvindt van glucocorticosteroïden (prednison-achtige stoffen). Er wordt dan ook wel gesproken van chronisch hyperadrenocorticisme. Het belangrijkste natuurlijke glucocorticosteroïd is cortisol. Glucocorticosteroïden (hierna kortweg aangeduid als cortisol) worden gemaakt in de bijnierschors. De bijnier is een klein orgaantje dat, zoals de naam al doet vermoeden, vlakbij de nier ligt. De bijnieren worden bij de aanmaak van cortisol gestuurd door een ander orgaantje: de hypofyse. De hypofyse ligt in de hersenen en heeft onder andere als taak op grond van de concentratie cortisol in het bloed stimulerende of remmende signalen af te geven naar de bijnier. Is de cortisol concentratie in het bloed te laag, dan zal de hypofyse het hormoon ACTH (=adrenocorticotroop hormoon) afgeven waardoor de bijnier gestimuleerd wordt om meer cortisol te gaan produceren. Een hoge concentratie cortisol in het bloed zal de hypofyse juist afremmen om ACTH af te geven. Dit heet een "feed back systeem". Treden er in dit mechanisme fouten op, dan kan dit tot een overproductie van cortisol leiden, waardoor de ziekte van Cushing ontstaat.

Oorzaken Cushing bij katten
Er zijn grofweg drie oorzaken aan te duiden waardoor er in deze regulatie fouten kunnen optreden: 1. De hypofyse produceert teveel ACTH (dit is het geval bij 80-85% van de dieren met de ziekte van Cushing). In de meeste gevallen ontstaat de overproductie van ACTH door een tumor in de hypofyse; zo'n tumor reageert dus ook niet op het hierboven beschreven "feed back systeem". 2. De bijnierschors zelf is te actief en produceert teveel cortisol. Meestal is dit ten gevolge van een tumor in de bijnierschors, die cortisol produceert onafhankelijk van de stimulatie door de hypofyse. 3. Door een langdurige therapie met prednison(achtige stoffen) kan ook het beeld van de ziekte van Cushing ontstaan.

Ziektebeeld
Het ziektebeeld ontstaat doordat de chronisch te hoge cortisol-concentratie een aantal processen in de stofwisseling negatief beïnvloedt. Zo raakt de suikerstofwisseling gestoord en de eiwitstofwisseling en de opslag van vetten verloopt abnormaal. Door de immuunsuppressieve eigenschappen van cortisol raakt ook de afweer in het gedrang.

De meest opvallende symptomen die kunnen worden waargenomen zijn:
•Veel drinken en plassen
•Sterk toegenomen eetlust
•Dikke buik
•Spierzwakte, afnemen van de spiermassa
•Sloomheid
•Huid en vachtproblemen (o.a. haaruitval, dunne huid, ontstekingen van de huid, pigmentvlekken)
•Kortademigheid
•Gevoelig voor bloeduitstortingen
Bovendien kan er tegelijk met de ziekte van Cushing suikerziekte aanwezig zijn, doordat de hoge cortisol spiegel de werking van insuline tegengaat.

Diagnose Cushing
Om de diagnose te stellen is een test nodig in de urine. Om zowel de diagnose "ziekte van Cushing" te stellen en om uit te vinden of de fout in de hypofyse ligt of in de bijnier zelf (zie boven) moet er gedurende 3 opeenvolgende dagen urine worden opgevangen. Na de tweede keer urine opgevangen te hebben moeten er (3 x daags) tabletten worden ingegeven. De urinemonsters worden in het laboratorium van de Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren onderzocht op de zogenaamde cortisol/kreatinine ratio. Aan de hand van de hoogte van deze ratio en de reactie op de ingegeven tabletten kan worden vastgesteld of er inderdaad sprake is van Cushing en waar de oorzaak ligt. Voor deze test kunt u bij ons in de kliniek een pakketje krijgen met 3 potjes voor de urine waarop de gegevens van uw huisdier reeds aangegeven zijn, de tabletten, een gebruiksaanwijzing, het reeds ingevulde formulier voor het laboratorium en een kant en klare envelop voor verzending naar het laboratorium van de universiteitskliniek. De uitslag van de test en de interpretatie ervan krijgt u vanzelfsprekend via de dierenarts te horen. Een schema voor de interpretatie van de test vindt u onderaan deze handout. De interpretatie van de test moet echter niet te zwart-wit gezien worden en er moet tevens rekening gehouden worden met het klinische beeld en aanwijzingen in het bloedonderzoek. Bloedonderzoek kan door middel van de meting van alkalische fosfatase (een leverenzym) en thermoresistent alkalische fosfatase (AF 65º C) ook aanwijzingen opleveren voor de ziekte van Cushing.

Therapie Cushing
Er bestaan behandelingen voor de ziekte van Cushing. Een zogenaamde hypofyse-afhankelijke Cushing (zie boven) kan behandeld worden door middel van een soort chemotherapie. Het middel heet Lysodren® en het is een middel dat de gehele bijnierschors vernietigd. Zo zal dus de overmaat aan cortisolproductie tegen worden gegaan, echter ook de productie van de zogenaamde mineralocorticoïden (nodig voor de water en zouthuishouding in het lichaam) komt erdoor stil te liggen. Bovendien heeft het lichaam natuurlijk wel een bepaalde hoeveelheid cortisol nodig, zodat de stoffen die door deze behandeling gaan missen levenslang aangevuld moeten worden. Als er sprake is van een goedaardige hypofyse tumor is ook een operatie mogelijk. Deze operatie wordt gedaan in de Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren. Na deze operatie moeten er ook levenslang medicijnen gegeven worden om de verloren functies van de hypofyse op te vullen. Is er sprake van een bijniertumor dan zal de beste optie voor behandeling in het algemeen het chirurgisch verwijderen van de tumor zijn. Helaas is dit niet altijd mogelijk, omdat deze tumoren niet altijd operabel zijn en soms zijn er al uitzaaiingen zodat opereren niet zinvol is. Over het algemeen reageren deze tumoren niet zo goed op de Lysodren® therapie. Een hypofyse-afhankelijke Cushing heeft dus een wat betere prognose dan een bijnier-afhankelijke Cushing. U zult begrijpen dat een behandeling van de ziekte van Cushing niet zonder een intensieve begeleiding en controle door de dierenarts zal kunnen plaatsvinden. Een homeopathische behandeling is wel voorhanden, maar biedt geen genezing! Er mag slechts een vermindering van de symptomen verwacht worden.

Interpretatie cortisol/kreatinine ratio's in de urine
Ratio's eerste twee dagen groter dan 10 : ziekte van Cushing

Ratio van derde dag minimaal 50% lager dan van eerste twee dagen: hypofyse-afhankelijke Cushing
Ratio van derde dag minder dan 50% lager dan van eerste twee dagen: bijniertumor is mogelijk, doorverwijzing voor echo van de bijnieren en/of andere laboratorium testen is aan te raden

Ratio's van eerste twee dagen kleiner dan 10, maar ratio van derde dag niet gedaald: toch sterk verdacht van Cushing, meer diagnostiek is nodig (doorverwijzing kan zinvol zijn)


(terug naar boven)
Gebruikersavatar
Jeanne
...VETERINAIR... ....DIABETES..... ...CONSULENT...
...VETERINAIR... ....DIABETES..... ...CONSULENT...
Berichten: 16264
Lid geworden op: 18 sep 2005, 12:33
Locatie: Almelo - Mickey is over de Regenboogbrug maar kreeg ruim 8 jaar Caninsulin.
Contacteer:

Ziekte van Cushing

Bericht door Jeanne »

Ziekte van Cushing (Bron: Dierenkliniek Lemmer)

Het syndroom van Cushing is een aandoening bij de hond waarbij de bijnierschors teveel cortisol produceert. De bijnieren zijn twee kleine organen die naast de nieren liggen (zie tekening hieronder).

Afbeelding Ligging bijnier en nier

Oorzaak
De hypofyse (= pijnappelklier) is een heel klein hersenaanhangsel dat in een uitsparing van de schedel op de bodem van de hersenen ligt. Het is een klier die vele hormonen afscheidt, waaronder ACTH. Deze ACTH stimuleert de bijnierschors om cortisol te produceren. Is er in het lichaam te weinig cortisol, dan wordt in de hypophyse de stof ACTH aangemaakt die de bijnieren stimuleert om extra cortisol te maken. Is er voldoende cortisol in het lichaam, dan wordt de aanmaak van ACTH en dus van cortisol weer afgeremd.
De oorzaak van een verhoogde concentratie aan cortisol kan een tumor van de bijnier zijn (ongeveer 5% van de gevallen) of een tumor van de hypofyse (in 95% van de gevallen van ziekte van Cushing).
De bijnieren zijn twee kleine orgaantjes die naast de nieren liggen en bestaan uit een bijnierschors en een bijniermerg. De bijnierschors maakt drie soorten hormonen. Het voert hier te ver om daar uitgebreid op in te gaan. In dit verhaal over Cushing gaat het om de glucocorticoiden (o.a.cortisol).

Symptomen
Symptomen van het syndroom van Cushing (niet alle verschijnselen hoeven op hetzelfde moment aanwezig te zijn):
• Veel drinken en plassen
• Veel eten
• Een gezwollen buik (door vergrote lever en vocht vasthouden)
• dunne huid met kaalheid, vooral in de flanken en soms kleurverandering van de vacht en een enkele keer kalkafzettingen in de huid
• spierverzwakking (spieratrofie)
• suikerziekte.
• verminderd uithoudingsvermogen.

Afbeelding
Yorkshire terrier met "Cushing": kaalheid, pigmentatie van de huid en een dikke buik

Diagnose
Laboratoriumonderzoek is belangrijk voor het stellen van de diagnose van de ziekte van Cushing. Maar daarbij is het belangrijk dat sommige van de symptomen die hierboven zijn genoemd ook aanwezig zijn. Een bloed- en/of urine-onderzoek kan namelijk wel eens waarden opleveren die lijken te passen bij de ziekte van Cushing, maar ook wel eens op andere aandoeningen kunnen wijzen.
• Bloedonderzoek
Bij het bloedonderzoek zien we o.a. dat bepaalde enzymen sterk verhoogd zijn. Op grond hiervan kan de dierenarts nog niet de diagnose stellen maar heeft hij/zij een aanwijzing.
• Urineonderzoek
In de urine laten we de verhouding cortisol/creatinine bepalen. Is deze verhoogd dan kan dat wijzen op de ziekte van Cushing. Omdat de hoeveelheid cortisol in de urine ook verhoogd kan zijn bij stress, wordt er geen urine opgevangen bij de dierenarts, maar door de eigenaar thuis. En dan nog bij voorkeur minimaal 24 uur na bezoek aan de dierenarts.

Behandeling van de ziekte van Cushing
Operatie
Wanneer het syndroom van Cushing veroorzaakt wordt door een tumor aan de bijnieren dan kan de aangetaste bijnier operatief worden verwijderd.
Een hypofyse tumor kan ook operatief worden verwijderd. Daarvoor moet vooraf een MRI/CT-scan worden gemaakt. Deze operatie wordt alleen in Utrecht uitgevoerd en is erg kostbaar.
Bij de keuze voor een operatie spelen o.a. de levensverwachting van de hond, eventuele bijkomende ziekten en de financiële positie van de eigenaar een belangrijke rol. Uw dierenarts zal dit met u bespreken.

Medicamenteuze behandeling
Lysodren. Deze tabletten vernietigen de bijnierschors. Het toedienen ervan moet met de nodige voorzorgen worden gedaan. Ze mogen bijvoorbeeld niet door zwangere vrouwen en kinderen worden gegeven.
Omdat de bijnierschors vernietigd wordt, moet u daarna dagelijks én levenslang o.a. de door het lichaam benodigde hormonen verstrekken omdat de bijnierschors deze nu niet meer kan maken.
Vetoryl. Dit medicijn is nieuw in Nederland en is geregistreerd voor de behandeling van 'Cushing' bij de hond. Het verhindert in de bijnier het aanmaken van cortisol en daarmee de hierboven genoemde symptomen. Een eventuele oorzaak (tumor in hypofyse of bijnier) verdwijnt hiermee natuurlijk niet!

Zowel Lysodren als Vetoryl kunnen bijwerkingen geven. Het beste is om dan onmiddellijk (meestal tijdelijk) te stoppen en contact op te nemen met uw dierenarts.

De ziekte van Cushing komt ook bij het paard voor.


(terug naar boven)
Gebruikersavatar
Jeanne
...VETERINAIR... ....DIABETES..... ...CONSULENT...
...VETERINAIR... ....DIABETES..... ...CONSULENT...
Berichten: 16264
Lid geworden op: 18 sep 2005, 12:33
Locatie: Almelo - Mickey is over de Regenboogbrug maar kreeg ruim 8 jaar Caninsulin.
Contacteer:

Cushing - alternatieve diergeneeskunde

Bericht door Jeanne »

Hormonale ziektes (Dierenarts Specialisten Amsterdam)

Ziekte van Cushing
De ziekte van Cushing is een van de meest voorkomende hormonale ziektes bij de hond. De honden drinken veel, willen meer eten, worden kaal, verliezen spiermassa en/of krijgen een dikkere buik. Op de lange termijn kunnen ze suikerziekte ontwikkelen, gewrichtproblemenen krijgen en worden ze gevoeliger voor infecties.

Er zijn twee vormen van de ziekte van Cushing:

Hypofyse afhankelijke Cushing: door een (meestal kleine) tumor in een kliertje in het hoofd.
De bijnierafhankelijke Cushing: door een bijniertumor.
Afhankelijk van de locatie, de patiënt en de wensen van de eigenaar zijn er verschillende behandel mogelijkheden: chirurgisch, met het medicijn Lysodren® en met het medicijn Trilostane. Alle drie de behandelingen zijn goed, en alle drie hebben ze voor en nadelen. Wij lichten u tijdens een consult graag voor over de verschillende behandelmogelijkheden.

Ziekte van Addison
Deze ziekte kan erg lijken op nierfalen. Met een goede en tijdige behandeling is de prognose echter uitstekend. De levensverwachting van de behandelde dieren is vergelijkbaar met die van gezonde soortgenoten. Bij nierfalen mag de controle van natrium en kalium en (als een of beiden afwijkend is) een ACTH stimulatietest niet ontbreken.

Suikerziekte
Bij suikerziekte bij de hond en kat is een behandeling met inspuitbare insuline vrijwel altijd nodig. Als de hond of kat het accepteert is een speciaal dieet aan te raden. De behandeling met pillen, zoals bij de mens, is niet aan te raden. Bij sommige katten daalt de insuline behoefte na een succesvolle therapie soms drastisch. Een goede begeleiding door uw dierenarts is dus noodzakelijk.
De regulatie kan worden bemoeilijkt door:
een onregelmatig leven,
te veel/te weinig eten,
meer of minder bewegen,
onjuist behandelen van de insuline,
verkeerde (humane) injectiespuiten.
Het is te adviseren honden na te kijken op ziektes die de oorzaak zijn van de suikerziekte en die de regulatie kunnen verstoren. Bij teven met suikerziekte moeten de eierstokken worden weggehaald (castratie).

Schildklierproblemen
Een te hard werkende schildklier is een probleem van oudere katten. De behandeling is met medicijnen, chirurgisch of met radioactief jodium.
Een te langzaam werkende schildklier is een probleem van honden (alle leeftijden). De meest voorkomende oorzaak van een te lage hoeveelheid schildklier hormonen in het bloed is echter "een andere ziekte". Naast het schildklier hormoon moet daarom ook TSH bepaald worden. Als er sprake is van een schildklier probleem, moeten de klachten geheel verdwijnen na het starten van de therapie.



(terug naar boven)
Gebruikersavatar
Jeanne
...VETERINAIR... ....DIABETES..... ...CONSULENT...
...VETERINAIR... ....DIABETES..... ...CONSULENT...
Berichten: 16264
Lid geworden op: 18 sep 2005, 12:33
Locatie: Almelo - Mickey is over de Regenboogbrug maar kreeg ruim 8 jaar Caninsulin.
Contacteer:

Huidproblemen bij de kat. Cushing??

Bericht door Jeanne »

Ziekte van Cushing (Dierenkliniek Noordwijkerhout)

De ziekte van Cushing ofwel het syndroom van Cushing wordt veroorzaakt door een onafgebroken teveel aan cortisol (= een stress-hormoon) in het lichaam.

Het hormoon cortisol wordt door het schorsgedeelte van de bijnieren aangemaakt. De bijnieren zijn twee bij de nieren gelegen hormoonproducerende orgaantjes in de buik. De afgifte van cortisol wordt geregeld door het hormoon ACTH dat afkomstig is uit de hypofyse van de hersenen. Wanneer de hoeveelheid cortisol in het bloed te laag is, geeft de hypofyse, met de afscheiding van het hormoon ACTH, aan de bijnieren het signaal af meer cortisol aan te maken.

Er zijn 5 vormen van de ziekte van Cushing (= hypercortisolisme):

1. Hypofyse-afhankelijke hypercortisolisme (in 85 % van de gevallen),
waarbij de hypofyse teveel ACTH afgeeft. ACTH is een hormoon dat de beide bijnieren aanzet tot een overmatige productie van het hormoon cortisol, waardoor bij dit type beide bijnieren vergroot zullen zijn.
De verhoogde ACTH-afgifte kan ten gevolge van een hypofysetumor.
2. Bijnier-afhankelijke hypercortisolisme (in 14 % van de gevallen),
waarbij een bijniertumor extra cortisol afgeeft. Als de tumor in één van de bijnieren zit, dan zal dit leiden tot één abnormaal grote bijnier.
3. Iatrogene hypercortisolisme,
die veroorzaakt wordt door een overmatige en meestal langdurige behandeling met corticosteroïden (zoals predniso(lon) of dexamethason bij jeukklachten)
4. Ectopische ACTH-secretie
door bijvoorbeeld een neuroendocrine tumor in de alvleesklier.
5. Voedsel-afhankelijk hypercortisolisme.

Wie kunnen de ziekte van Cushing krijgen?

De ziekte van Cushing komt voor bij de hond, de kat, het paard en de mens.
De ziekte van Cushing is een veel voorkomende hormonale aandoening bij honden van middelbare leeftijd en ouder.
Bij de kat en de mens komt deze ziekte zelden voor. Het aantal geschatte gevallen per jaar zijn:
1 tot 2 gevallen per 1000 honden en 10 tot 15 gevallen per 1.000.000 mensen.

De hondenrassen, die het vaakst getroffen worden, zijn onder anderen de poedel, de terriërs, de teckel en de boxer.

Afbeelding
Wat zijn de meest voorkomende ziekteverschijnselen?

De ziekte van Cushing heeft meestal een langzaam en geleidelijk begin, waardoor de ziekteverschijnselen in het begin gemakkelijk gemist kunnen worden.

De meest voorkomende ziekteverschijnselen bij de hond zijn:
* Veel drinken en urineren.
* Toegenomen eetlust.
* Toename buikomvang.
* Haaruitval, gelijkmatig aan beide zijden van het lichaam.
* Dunne huid.
* Minder spiermassa.
* Verminderd uithoudingsvermogen.

De minder voorkomende ziekteverschijnselen bij de hond zijn:
* Veel vettige schilfers tussen de haren.
* Kalkafzetting in de huid.
* Hitte-intolerantie.
* Overmatig pigmentafzetting in de huid.
* Aangezichtsverlamming.
* Suikerziekte (in 10% van de gevallen).
* Urineweginfecties (in 50% van de gevallen).

Afbeelding
De meest voorkomende ziekteverschijnselen bij de kat lijken erg op die van suikerziekte.

* Veel drinken en urineren.
* Gewichtsverlies ondanks verhoogde eetlust.
* Haaruitval, gelijkmatig aan beide zijden van het lichaam.
* Huidinfecties (b.v. demodicosis).
* Dunne kwetsbare huid, die makkelijk kan scheuren.
* Hangbuik.
* Sloom.
Bij katten wordt in ongeveer 80% van de gevallen ook suikerziekte gezien.
Eén van de meest voorkomende reden om de ziekte van Cushing bij een kat te vermoeden, is als deze een zeer moeilijk onder controle te krijgen suikerziekte heeft, ondanks toediening van hoge doses insuline.

Hoe wordt de diagnose bevestigd?

Bloedonderzoek kan een aanwijzing geven.

De diagnose kan bevestigd worden door urineonderzoek op de toegenomen uitscheiding van cortisol.
Omdat ook door stress de hoeveelheid cortisol in de urine stijgt, moet de urine 's morgens bij de eerste wandeling met de hond door de eigenaar worden opgevangen.
Bij katten is door hun stressgevoeligheid de diagnose moeilijk te stellen.

Aan de hand van de ziekteverschijnselen kan geen onderscheid gemaakt worden tussen het hypofyse-afhankelijke type en het bijnier-afhankelijke type.
Om onderscheid te kunnen maken tussen de verschillende typen van Cushing kan gebruik gemaakt worden van:

* 5 verschillende testen.
* echografie of mri-scan van de bijnieren.
* ct- of mri-scan van de hypofyse.

Waar moet rekening mee worden gehouden?

1. De meest voorkomende ziekteverschijnselen van deze ziekte zijn veel drinken en urineren. Dit zijn echter ook de meest voorkomende ziekteverschijnselen bij andere ernstige ziekten, zoals suikerziekte, nier- en leverfalen en bij katten met een verhoogde schildklierwerking.
2. Door de overmatige cortisol in het lichaam kunnen andere ziekten, zoals osteoartritis (= gewrichtsontsteking) en jeuk worden gemaskeerd.
3. Uitzaaiingen.
Een bijniertumor kan bijvoorbeeld in het zeer dichtbij gelegen grote bloedvat (vena cava caudalis) zijn ingegeroeid. Met echografie is dit niet altijd zichtbaar. In zo'n geval zal het dier de operatie niet overleven.
4. De leeftijd van de patiënt, want de organen moeten de behandeling kunnen verdragen.
5. De thuisituatie (financieel, zwangerschap, jonge kinderen) is van belang voor de keuze van behandeling.


Wat zijn de behandelingsmogelijkheden?

1.De behandeling van het iatrogene type
bestaat uit het langzaam afbouwen van de tabletten met corticosteroïden.
De tijd voor het afbouwen is afhankelijk van de dosering en duur van de bahandeling met corticisteroïden.

2.Een operatie in geval van

*een hypofysetumor (hypofysectomie) of
*een bijniertumor (adrenalectomie).

Beide operaties zijn risicovol.

Bij de kat kan geen hersenoperatie worden verricht, dus in geval van een hypofysetumor worden beide bijnieren verwijderd. Katten met de ziekte van Cushing zijn echter zeer kwetsbare chirurgische kandidaten, waardoor deze operatie bij de kat nog risicovoller is dan bij de hond.

Na de verwijdering van de hypofyse in zijn geheel of van beide bijnieren, zijn levenslang medicijnen nodig om een tekort aan een aantal hormonen en stoffen te voorkomen.

3. Een chemokuur met het medicijn mitotane kan ingezet worden bij het hypofyse-afhankelijke type.
Het medicijn vernietigt het bijnierschorsweefsel van beide bijnieren en daardoor wordt de totale productie van cortisol stopgezet. Daarom zal levenslang dagelijks medicijnen moeten worden gegeven om een tekort aan een aantal hormonen en stoffen, die de bijnierschors nu niet kan aanmaken. te voorkomen.
Een chemokuur kan ook ingezet worden bij het bijnier-afhankelijke type, maar met hogere doseringen, waardoor de kans op bijwerkingen toeneemt.

Mitotane heeft weinig effect bij de kat.

Aangezien mititane een chemotherapeuticum is, is deze behandeling niet aan te raden te gebruiken bij honden uit gezinnen met jonge kinderen.

4. Radiotherapie (= bestraling) vermindert de grootte van de hersentumor bij de hond en de kat, maar is niet zonder complicaties en doet de ACTH-productie niet voldoende afnemen.

5. In de toekomst kan misschien een medicamenteuze behandeling van hypofysetumoren bij honden plaatsvinden met een specifiek op de ontregelde stamcel gerichte medicatie. Dit zijn medicijnen, die precies op de receptoren gaan zitten die verantwoordelijk zijn voor de vorming van de tumor in de hypofyse.

6. Heden ten dage is trilostane de behandeling van keuze bij honden.
Met trilostane wordt de aanmaak van cortisol door de bijnierschors geremd. Het medicijn geneest de ziekte niet, maar de ziekteverschijnselen verdwijnen of worden veel minder zolang het medicijn wordt gebruikt.
Het kan ingezet worden bij zowel het hypofyse-afhankelijke type als het bijnier-afhankelijke type.
Dit medicijn moet 's morgens 1 x daags met het voer worden gegeven.
De juiste dosering is voor elke hond anders. Aan de hand van de bloedwaarden wordt de dosering aangepast. In het begin gebeurt dit na 2, 4 en 12 weken en na stabilisatie dient dit om de 3 maanden te gebeuren.

Trilostane is in Nederland alleen nog maar geregistreerd voor de behandeling van de ziekte van Cushing bij de hond, maar het zou in de toekomst ook een nuttige behandeling voor katten kunnen blijken.

Zie voor de kosten de pagina 'Winkeletalage'.

Wat is de prognose?

De ziekteverschijnselen worden over het algemeen geleidelijk erger.

De overlevingstijd is onder anderen afhankelijk van:
*het type Cushing,
*de lokalisatie, grootte en type tumor,
*de bijkomende ziekten,
*de leeftijd van het dier en
*de behandelmethode.

Het hypofyse-afhankelijke type heeft een goede korte termijn prognose.
De lange termijn prognose is echter minder gunstig, omdat huisdieren met de ziekte van Cushing vatbaarder zijn voor andere ziekten, zoals suikerziekte, urineweginfecties, nieraandoeningen, hoge bloeddruk en alvleesklierontsteking.
Het iatrogene type heeft een goede prognose.

Een operatie of een chemokuur kan ernstige complicaties veroorzaken en de ziekte kan terugkeren.
Ook een behandeling met trilostane kan bijwerkingen geven.
Een operatieve verwijdering van een goedaardige bijniertumor zonder uitzaaiingen kan het dier helemaal genezen. Echter, ongeveer de helft van de bijniertumoren is kwaadaardig en kan daarom al zijn uitgezaaid. In dit geval is alleen al de kans op het overleven van de operatie klein.

Wilt u meer informatie over deze aandoening, neem dan contact op met uw dierenarts.


(terug naar boven)
Gebruikersavatar
Jeanne
...VETERINAIR... ....DIABETES..... ...CONSULENT...
...VETERINAIR... ....DIABETES..... ...CONSULENT...
Berichten: 16264
Lid geworden op: 18 sep 2005, 12:33
Locatie: Almelo - Mickey is over de Regenboogbrug maar kreeg ruim 8 jaar Caninsulin.
Contacteer:

wHG dierenartsen 2 artikelen

Bericht door Jeanne »

[url=ttp://www.whgdierenartsen.nl/Bibliotheek/tabi ... fault.aspx]De ziekte van Cushing (WHG-dierenartsen)[/url]


Inleiding
De ziekte van Cushing is een aandoening waarbij er een overproductie plaatsvindt van glucocorticosteroïden (prednisonachtige stoffen). Er wordt dan ook wel gesproken van chronisch hyperadrenocorticisme. Het belangrijkste natuurlijke glucocorticosteroïd is cortisol. Glucocorticosteroïden (hierna kortweg aangeduid als cortisol) worden gemaakt in de bijnierschors. De bijnier is een klein orgaantje dat, zoals de naam al doet vermoeden, vlakbij de nier ligt. De bijnieren worden bij de aanmaak van cortisol gestuurd door een ander orgaantje: de hypofyse. De hypofyse ligt in de hersenen en heeft onder andere als taak op grond van de concentratie cortisol in het bloed stimulerende of remmende signalen af te geven naar de bijnier. Is de cortisol concentratie in het bloed te laag, dan zal de hypofyse het hormoon ACTH (=adrenocorticotroop hormoon) afgeven waardoor de bijnier gestimuleerd wordt om meer cortisol te gaan produceren. Een hoge concentratie cortisol in het bloed zal de hypofyse juist afremmen om ACTH af te geven. Dit heet een "feed back systeem". Treden er in dit mechanisme fouten op, dan kan dit tot een overproductie van cortisol leiden, waardoor de ziekte van Cushing ontstaat.

Er zijn grofweg drie oorzaken aan te duiden waardoor er in deze regulatie fouten kunnen optreden:
1. De hypofyse produceert teveel ACTH (dit is het geval bij 80-85% van de dieren met de ziekte van Cushing). In de meeste gevallen ontstaat de overproductie van ACTH door een goedaardige tumor in de hypofyse; zo'n tumor reageert dus ook niet op het hierboven beschreven "feed back systeem". (zie schema B)
2. De bijnierschors zelf is te actief en produceert teveel cortisol. Meestal is dit ten gevolge van een tumor in de bijnierschors, die cortisol produceert onafhankelijk van de stimulatie door de hypofyse. De ACTH spiegel zal dan laag zijn. (zie plaatje A)
3. Door een langdurige therapie met prednison(achtige stoffen) kan ook het beeld van de ziekte van Cushing ontstaan.

Ziektebeeld
Het ziektebeeld ontstaat doordat de chronisch te hoge cortisol-concentratie een aantal processen in de stofwisseling negatief beïnvloedt. Zo raakt de suikerstofwisseling gestoord en de eiwitstofwisseling en de opslag van vetten verloopt abnormaal. Door de immuunsuppressieve eigenschappen van cortisol raakt ook de afweer in het gedrang. De meest opvallende symptomen die kunnen worden waargenomen zijn:
* Veel drinken en plassen
* Sterk toegenomen eetlust
* Dikke buik
* Spierzwakte, afnemen van de spiermassa vooral van de achterhand
* Sloomheid
* Huid en vachtproblemen (o.a. haaruitval, dunne huid, ontstekingen van de huid, pigmentvlekken)
* Kortademigheid
* Gevoelig voor bloeduitstortingen

Bovendien kan er tegelijk met de ziekte van Cushing suikerziekte aanwezig zijn, doordat de hoge cortisol spiegel de werking van insuline tegengaat. Als insuline niet voldoende zijn werk kan doen zal de suikerspiegel in het bloed stijgen waardoor deze door het dier in de urine wordt uitgescheiden. Dit zorgt er ook voor dat het dier heel veel gaat plassen en ondanks een zeer goede eetlust zal afvallen.

Diagnose
De verdenking van Cushing ontstaat vaak door het verhaal van de eigenaar en het klinisch beeld van de patiënt. Een algemeen bloedonderzoek en urine onderzoek geven de eerste aanwijzingen en daarna vind door diverse specifieke onderzoeken een diagnose plaats. De meest gebruikte onderzoek is de cortisol/kreatinine ratio in de urine Om zowel de diagnose "ziekte van Cushing" te stellen en om uit te vinden of de fout in de hypofyse ligt of in de bijnier zelf (zie boven) moet er gedurende 3 opeenvolgende dagen urine worden opgevangen. Na de tweede keer urine opgevangen te hebben moeten er (3 x daags) tabletten worden ingegeven. De urinemonsters worden in het laboratorium onderzocht op de zogenaamde cortisol/kreatinine ratio. Aan de hand van de hoogte van deze ratio en de reactie op de ingegeven tabletten kan worden vastgesteld of er inderdaad sprake is van Cushing en waar de oorzaak ligt. Voor deze test krijgt u een pakketje met alle benodigdheden en een gebruiksaanwijzing.

De meting van alkalische fosfatase (een leverenzym) en thermoresistente alkalische fosfatase (AF 65º C) kan ook aanwijzingen opleveren voor de ziekte van Cushing.
Een ACTH stimulatietest wordt ook gebruikt bij de periodieke controles van dieren die worden behandelend voor de ziekte van Cushing. Hierbij wordt een cortison bepaling in het bloed vergeleken met een cortison bepaling van het bloed na het toedienen van het regulerend hormoon ACTH. Het is een simpele test maar de betrouwbaarheid voor een diagnose is lager dan bijvoorbeeld de urinetest. Een lage dosis dexamethason supressietest is ook een goede manier om Cushing vast te stellen maar niet om uit vinden of de fout in de hypofyse of in de bijnier ligt. Ook hierbij worden bloedwaarden met elkaar vergeleken voor en na toediening van cortisol.

Therapie
Er zijn meerdere mogelijkheden die kunnen worden onderscheiden in een medicamenteuze behandeling en de operatieve verwijderring van de hypofyse of de bijnier. De operatieve verwijderring van de hypofyse wordt in europa alleen maar in Utrecht uitgevoerd en is dus in Nederland goed beschikbaar. Bij een medicamenteuze behandeling maken we onderscheid tussen medicijnen die de bijnierschors vernietigen en medicijnen die de bijnierschorsproductie onderdrukken. Hieronder worden de belangrijkste middelen besproken die wij gebruiken voor de behandeling van de ziekte van Cushing
1. Hypofysectomie;
De hypofyse wordt verwijderd door de neus/mondholte van de hond in borst/buik ligging via een incisie (snede) in het verhemelte en het zeefbeen. Na de operatie moeten de hormonen die niet meer worden aangestuurd door de hypofyse worden gesubstitueerd. Dit betekend dat het dier in tabletten cortisonacetaat en schildklierhormoon en desmopressine (concentrerend hormoon) moet worden toegediend. De prognose is goed maar kansen op recidief zijn aanwezig. Een goede nazorg en controle is hierbij van belang.

2. Lysodren (mitotaan)
Dit middel vernietigd de bijnierfunctie en wordt van udsher veel gebruikt om deze ziekte te behandelen. In geval van suikerziekte veroorzaakt door Cushing is het vaak het middel van eerste keuze. De totale behandeling met deze stof duurt 25 dagen en al na een paar dagen moeten de hormonen die wegvallen levenslang worden aangevuld in tablet vorm, dit betreft dus cortisonacetaat, desmopressine en zout. De kans op recidief is ongeveer 33 % bij deze behandeling en de kosten zijn hoog. Deze dieren worden periodiek gecontroleerd door een ACTH stimulatie test.

3. Vetoryl (trilostaan)
Deze medicatie remt de functie van de bijnier en er oeven dus geen andere medicijnen te worden gegeven behalve de vetoryl, dit is wel een levenslange medicatie. Ook deze patiënten zullen regelmatig moeten worden gecontroleerd door middel van een ACTH stimulatietest. De behandeling van deze patiënten gaat meestal voorspoedig en met weinig bijwerkingen. Ook deze behandeling is behoorlijk prijzig.

Het specifieke kostenplaatje voor uw dier is erg afhankelijk van zijn gewicht en welke therapie het beste lijkt voor uw dier. Uw dierenarts is altijd bereid om voor uw dier een kostenraming te maken zodat u een goede keuze kunt maken.

Indien een dier niet wordt behandeld blijven de symptomen bestaan en zullen mogelijk zelfs verergeren of uitbreiden. De kans op een thombo-embolie is ook behoorlijk vergroot. Dit betekend dat een bloedstolsel kan vastlopen in de longen en dit is meestal dodelijk. De algemene prognose voor een dier dat wordt behandeld is duidelijk veel beter maar erg afhankelijk van de therapietrouw van de eigenaar en de algemene toestand en leeftijd van de hond.

Indien de ziekte van Cushing is gediagnoticeerd bij uw dier vinden wij het erg belangrijk om de ziekte en de consequenties van wel of niet behandelen en welke manier van behandelen uitgebreid met u te bespreken. Een goed begrip van de situatie van een adequate ondersteuning is essentieel voor een juiste behandeling van uw dier.
_____________________________________________________

Cushing (WHG-dierenartsen)

De ziekte
De ziekte van Cushing is een aandoening waarbij er een overproductie plaatsvindt van glucocorticosteroïden (prednisonachtige stoffen). Er wordt dan ook wel gesproken van chronisch hyperadrenocorticisme. Het belangrijkste natuurlijke glucocorticosteroïd is cortisol. Glucocorticosteroïden (hierna kortweg aangeduid als cortisol) worden gemaakt in de bijnierschors. De bijnier is een klein orgaantje dat, zoals de naam al doet vermoeden, vlakbij de nier ligt. De bijnieren worden bij de aanmaak van cortisol gestuurd door een ander orgaantje: de hypofyse. De hypofyse ligt in de hersenen en heeft onder andere als taak op grond van de concentratie cortisol in het bloed stimulerende of remmende signalen af te geven naar de bijnier. Is de cortisol concentratie in het bloed te laag, dan zal de hypofyse het hormoon ACTH (=adrenocorticotroop hormoon) afgeven waardoor de bijnier gestimuleerd wordt om meer cortisol te gaan produceren. Een hoge concentratie cortisol in het bloed zal de hypofyse juist afremmen om ACTH af te geven. Dit heet een "feed back systeem". Treden er in dit mechanisme fouten op, dan kan dit tot een overproductie van cortisol leiden, waardoor de ziekte van Cushing ontstaat.

Oorzaken
Er zijn grofweg drie oorzaken aan te duiden waardoor er in deze regulatie fouten kunnen optreden:
1. De hypofyse produceert teveel ACTH (dit is het geval bij 80-85% van de dieren met de ziekte van Cushing). In de meeste gevallen ontstaat de overproductie van ACTH door een tumor in de hypofyse; zo'n tumor reageert dus ook niet op het hierboven beschreven "feed back systeem".
2. De bijnierschors zelf is te actief en produceert teveel cortisol. Meestal is dit ten gevolge van een tumor in de bijnierschors, die cortisol produceert onafhankelijk van de stimulatie door de hypofyse.
3. Door een langdurige therapie met prednison(achtige stoffen) kan ook het beeld van de ziekte van Cushing ontstaan.

Ziektebeeld
Het ziektebeeld ontstaat doordat de chronisch te hoge cortisol-concentratie een aantal processen in de stofwisseling negatief beïnvloedt. Zo raakt de suikerstofwisseling gestoord en de eiwitstofwisseling en de opslag van vetten verloopt abnormaal. Door de immuunsuppressieve eigenschappen van cortisol raakt ook de afweer in het gedrang. De meest opvallende symptomen die kunnen worden waargenomen zijn:
*Veel drinken en plassen
*Sterk toegenomen eetlust
*Dikke buik
*Spierzwakte, afnemen van de spiermassa
*Sloomheid
*Huid en vachtproblemen (o.a. haaruitval, dunne huid, ontstekingen van de huid, pigmentvlekken)
*Kortademigheid
*Gevoelig voor bloeduitstortingen
Bovendien kan er tegelijk met de ziekte van Cushing suikerziekte aanwezig zijn, doordat de hoge cortisol spiegel de werking van insuline tegengaat.

Diagnose
Om de diagnose te stellen is een test nodig in de urine. Om zowel de diagnose "ziekte van Cushing" te stellen en om uit te vinden of de fout in de hypofyse ligt of in de bijnier zelf (zie boven) moet er gedurende 3 opeenvolgende dagen urine worden opgevangen. Na de tweede keer urine opgevangen te hebben moeten er (3 x daags) tabletten worden ingegeven. De urinemonsters worden in het laboratorium van de Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren onderzocht op de zogenaamde cortisol/kreatinine ratio. Aan de hand van de hoogte van deze ratio en de reactie op de ingegeven tabletten kan worden vastgesteld of er inderdaad sprake is van Cushing en waar de oorzaak ligt. Voor deze test kunt u bij ons in de kliniek een pakketje krijgen met 3 potjes voor de urine waarop de gegevens van uw huisdier reeds aangegeven zijn, de tabletten, een gebruiksaanwijzing, het reeds ingevulde formulier voor het laboratorium en een kant en klare envelop voor verzending naar het laboratorium van de universiteitskliniek. De uitslag van de test en de interpretatie ervan krijgt u vanzelfsprekend via de dierenarts te horen. Een schema voor de interpretatie van de test vindt u onderaan deze handout. De interpretatie van de test moet echter niet te zwart-wit gezien worden en er moet tevens rekening gehouden worden met het klinische beeld en aanwijzingen in het bloedonderzoek. Bloedonderzoek kan door middel van de meting van alkalische fosfatase (een leverenzym) en thermoresistent alkalische fosfatase (AF 65º C) ook aanwijzingen opleveren voor de ziekte van Cushing.

Therapie
Er bestaan behandelingen voor de ziekte van Cushing. Een zogenaamde hypofyse-afhankelijke Cushing (zie boven) kan behandeld worden door middel van een soort chemotherapie. Het middel heet Lysodren® en het is een middel dat de gehele bijnierschors vernietigd. Zo zal dus de overmaat aan cortisolproductie tegen worden gegaan, echter ook de productie van de zogenaamde mineralocorticoïden (nodig voor de water en zouthuishouding in het lichaam) komt erdoor stil te liggen.
Bovendien heeft het lichaam natuurlijk wel een bepaalde hoeveelheid cortisol nodig, zodat de stoffen die door deze behandeling gaan missen levenslang aangevuld moeten worden. Als er sprake is van een goedaardige hypofyse tumor is ook een operatie mogelijk. Deze operatie wordt gedaan in de Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren. Na deze operatie moeten er ook levenslang medicijnen gegeven worden om de verloren functies van de hypofyse op te vullen. Is er sprake van een bijniertumor dan zal de beste optie voor behandeling in het algemeen het chirurgisch verwijderen van de tumor zijn.
Helaas is dit niet altijd mogelijk, omdat deze tumoren niet altijd operabel zijn en soms zijn er al uitzaaiingen zodat opereren niet zinvol is. Over het algemeen reageren deze tumoren niet zo goed op de Lysodren® therapie. Een hypofyse-afhankelijke Cushing heeft dus een wat betere prognose dan een bijnier-afhankelijke Cushing. U zult begrijpen dat een behandeling van de ziekte van Cushing niet zonder een intensieve begeleiding en controle door de dierenarts zal kunnen plaatsvinden. Een homeopathische behandeling is wel voorhanden, maar biedt geen genezing! Er mag slechts een vermindering van de symptomen verwacht worden.

Interpretatie cortisol/kreatinine ratio's in de urine
Ratio's eerste twee dagen groter dan 10 : ziekte van Cushing

Ratio van derde dag minimaal 50% lager dan van eerste twee dagen: hypofyse-afhankelijke Cushing

Ratio van derde dag minder dan 50% lager dan van eerste twee dagen: bijniertumor is mogelijk, doorverwijzing voor echo van de bijnieren en/of andere laboratorium testen is aan te raden

Ratio's van eerste twee dagen kleiner dan 10, maar ratio van derde dag niet gedaald: toch sterk verdacht van Cushing, meerdiagnostiek is nodig (doorverwijzing kan zinvol zijn)


(terug naar boven)
Gebruikersavatar
Jeanne
...VETERINAIR... ....DIABETES..... ...CONSULENT...
...VETERINAIR... ....DIABETES..... ...CONSULENT...
Berichten: 16264
Lid geworden op: 18 sep 2005, 12:33
Locatie: Almelo - Mickey is over de Regenboogbrug maar kreeg ruim 8 jaar Caninsulin.
Contacteer:

Re: ZIEKTE VAN CUSHING

Bericht door Jeanne »

Cushing (Dierenkliniek Paltrok)

De ziekte van Cushing is een ernstige ziekte en wordt veroorzaakt door een overmaat aan het hormoon cortisol. Het komt regelmatig voor bij honden en is zeldzamer bij de kat. De ziekte kan vaak succesvol geremd worden met het medicijn Vetoryl® (trilostane).

Oorzaak
Cortisol wordt gemaakt in de bijnieren. Dit zijn 2 kleine klieren die, zoals de naam al zegt, bij de nieren liggen. De productie en afgifte van cortisol door de bijnieren wordt gecontroleerd door het hormoon ACTH. Dit hormoon wordt weer geproduceerd in de hypofyse, een kleine klier aan de onderzijde van de hersenen.
Gewoonlijk wordt cortisol tijdelijk door het lichaam aangemaakt in stresssituaties. Bij dieren met de ziekte van Cushing wordt er continu een overmaat aan cortisol gemaakt. Dit kan 2 oorzaken hebben:

1. Hypofyse-afhankelijke Cushing
Dit is de meest voorkomende vorm van de ziekte. Het wordt veroorzaakt door een langzaam groeiende tumor (gezwel) in de hypofyse. Deze tumor produceert grote hoeveelheden van het hormoon ACTH, dat weer zorgt voor een te hoge productie van cortisol.

2. Bijnier-afhankelijke Cushing
Bij deze vorm van de ziekte produceert een tumor in één of soms beide bijnieren grote hoeveelheden cortisol.

Gevolgen
Dieren met de ziekte van Cushing gaan vaak opvallend meer drinken en plassen. Het voer wordt gulzig opgegeten en het dier gaat vaak veel schooien. De vacht wordt dunner en soms ontstaan er huidproblemen. Op een gegeven moment gaat opvallen dat de spieren dunner worden en de buik juist dikker. Het uithoudingsvermogen kan verminderen en de dieren gaan sneller hijgen. Bij een hypofysetumor kan het dier last krijgen van hoofdpijn. Dit uit zich in lusteloosheid, veel slapen en soms juist minder eetlust.
Een complicatie kan het ontwikkelen van suikerziekte zijn.

Diagnose
Met behulp van urinetesten kan de diagnose worden gesteld. Meteen proberen we daarmee onderscheid te maken tussen een hypofyse-afhankelijke en een bijnier-afhankelijke Cushing. Hiervoor wordt op 3 achtereenvolgende ochtenden urine opgevangen. Op de 2e dag krijgt het dier drie keer tabletten dexamethason toegediend. In deze urinemonsters wordt in het laboratorium het cortisol-gehalte bepaald. Wanneer dit te hoog is in verhouding tot een andere stof in de urine (kreatinine) is er sprake van Cushing. Is het gehalte op de 3e dag meer dan 50% lager dan de 1e 2 dagen dan is er sprake van een hypofyse-afhankelijke Cushing. Is het alledrie de dagen ongeveer even hoog, dan is nog niet duidelijk welke vorm van Cushing het dier heeft. Dan kan een echo van de buik of een scan van hersenen en buik meer duidelijkheid geven.

Behandeling
Als er besloten wordt het probleem aan te pakken zijn er verschillende opties.
Bij een tumor in de hypofyse kan gekozen worden voor een operatie. In de Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren wordt eerst een scan gemaakt om de grootte en vorm van de tumor duidelijk te krijgen. Vervolgens wordt de tumor verwijderd m.b.v. een operatie via het monddak. Aangezien de hypofyse in z’n geheel verwijderd wordt, zijn na de operatie wel levenslang medicijnen nodig om een tekort aan een aantal hormonen en stoffen te voorkomen. Alhoewel het een ingrijpende operatie is, gaat het meestal goed. Er is wel een kans van ongeveer 20% dat de problemen terugkomen. Soms is het mogelijk de bijnier(en) te verwijderen d.m.v. een operatie.
Vroeger werd regelmatig een cytostaticum (chemotherapeuticum) gebruikt. Hierbij wordt het bijnierschors-weefsel vernietigd. Aangezien het chemotherapie is, is het niet aan te bevelen dit te gebruiken bij dieren uit gezinnen met jonge kinderen. Ook na deze therapie is levenslange medicatie nodig. Bij katten werkt dit middel niet goed. Gelukkig is er tegenwoordig een minder schadelijk alternatief: Trilostane.
Trilostane (Vetoryl®) blokkeert de aanmaak van cortisol in de bijnier. Dit medicijn is geregistreerd voor honden en moet 1x daags ’s morgens met het voer gegeven worden. De juiste dosering is voor elke hond anders. Daarom dient na 1, 2, 4 en 12 weken de hond gecontroleerd te worden. Elke keer wordt in anderhalf uur tijd 2 keer bloed afgenomen. Aan de hand van de bloedwaarden wordt de dosering aangepast. Wanneer de beste dosering is vastgesteld en uw hond zichtbaar is verbeterd, hoeft u nog maar om de 3 maanden voor controle naar de dierenarts.
Bij het gebruik van trilostane worden de symptomen meestal binnen 2 weken minder. Het duurt wel enkele maanden voordat er nieuwe haargroei is. Het is wel goed om te beseffen dat dit geen volledig genezend middel is. Echter, bij een succesvolle behandeling wordt het leven langdurig verlengd met behoud van kwaliteit van leven.


(terug naar boven)
Gebruikersavatar
Jeanne
...VETERINAIR... ....DIABETES..... ...CONSULENT...
...VETERINAIR... ....DIABETES..... ...CONSULENT...
Berichten: 16264
Lid geworden op: 18 sep 2005, 12:33
Locatie: Almelo - Mickey is over de Regenboogbrug maar kreeg ruim 8 jaar Caninsulin.
Contacteer:

Re: ZIEKTE VAN CUSHING

Bericht door Jeanne »

Cushing (Dierenkliniek Brouwhuis)

Hyperadrenocorticisme is een afwijking in het hormoonsysteem die voorkomt bij honden en katten vanaf middelbare leeftijd. Deze afwijking wordt meestal "de ziekte van Cushing" genoemd naar de neurochirurg die de afwijking voor het eerst beschreef bij mensen in 1932.

Ontstaan
Aan de onderkant van de hersenen bevindt zich een klein orgaantje. Dit orgaantje heet de hypofyse. De hypofyse produceert onder andere ACTH. De produktie wordt gestuurd door de hersenen en hormonen in het bloed. ACTH is een boodschapper voor de bijnieren. De bijnieren zijn twee kleine orgaantjes die zich, zoals de naam al aangeeft naast de nieren bevinden. Onder invloed van ACTH maken de bijnieren onder andere cortisol, ook wel stresshormoon genoemd. Cortisol zorgt ervoor dat het lichaam in opperste staat van paraatheid wordt gebracht. Heel het systeem is er dan op gericht om op korte termijn heel veel te kunnen presteren. Andere functies worden dan op een laag pitje gezet; dwz de aanmaak en het herstel van lichaamsweefsel wordt vertraagd maar er is veel brandstof in het bloed om alle spieren van voldoende energie te voorzien. Bij dieren met de Ziekte van Cushing ontspoort het systeem. Ondanks dat er geen sprake is van stress blijft het lichaam veel cortisol produceren. De overproduktie kan twee oorzaken hebben:
•Een van de bijnieren produceert teveel omdat er een gezwel in zit.
•Er zit een gezwel in de hypofyse die continu het boodschapperhormoon ACTH blijft produceren.

Verschijnselen
Een gedeelte van de verschijnselen kunt u al afleiden uit het bovenstaande verhaal; De bespiering neemt af, de huid is vaak dunner en er ontstaan kale plekken die vaak symmetrisch over het lichaam verdeeld zijn. De dieren hebben vaak een grote eetlust en terwijl ze erg mager aanvoelen hebben ze wel een dikke buik. Wat vaak als eerste opvalt is dat de dieren extreem veel drinken en plassen.

Diagnose
De ziekte is aan te tonen door de hoeveelheid stresshormoon in de urine te bepalen. Als de ziekte is aangetoond kan door een aanvullend onderzoek bepaald worden of de afwijking in de bijnier of de hypofyse zit.

Behandeling
Meestal zit de afwijking in de hypofyse. Er zijn drie manieren om uw dier dan te behandelen.
•Trilostane: Met dit medicijn wordt de aanmaak van stresshormonen door de bijnier verlaagd. Het gebruik van dit medicijn moet op de juiste manier worden begeleid. Er kunnen zich namelijk complicaties voordoen wanneer dit op een onjuiste manier gebeurt. Deze medicatie zal levenslang moeten worden toegediend. Aan de hand van verder onderzoek zal de optimale dosering worden bepaald.
•Chirurgie: De meest afdoende manier is het verwijderen van de hypofyse. Omdat dit orgaan zich op een moeilijk bereikbare plek bevindt is de ingreep erg gecompliceerd en wordt maar door een paar chirurgen in de hele wereld uitgevoerd. Ook op de Universiteit Utrecht wordt deze ingreep uitgevoerd met goed resultaat. De kosten zijn echter wel hoog.
•Chemotherapie: Met chemotherapie wordt de bijnier geheel of gedeeltelijk uitgeschakeld. Als de bijnieren met een medicijn geheel wordt uitgeschakeld moet de patient de rest van zijn leven worden voorzien van de hormonen die normaal door de bijnier zelf worden geproduceerd. Als er sprake is van een gezwel in de bijnieren dan kan met behulp van een echo worden vastgesteld in welke bijnier deze tumor zich bevindt. Door het verwijderen van deze bijnier is de hond daarna over het algemeen volledig genezen.

Alternatief
Als we geen behandeling uitvoeren wordt het leven van uw huisdier steeds onaangenamer. Hij of zij wordt langzaamaan steeds slomer. Dat heeft niets met de leeftijd te maken maar met de afnemende kracht van de spieren en de steeds slechtere hart- en longfunctie. Soms krijgen ze ook last van suikerziekte. Veel dieren krijgen ook steeds meer huidproblemen omdat de weerstand van de huid tegen invloeden van buitenaf steeds slechter wordt. Er zijn wel medicijnen die de verschijnselen van de ziekte verminderen. Vaak heeft uw huisdier dan toch nog een dierwaardig leven voor een bepaalde periode.


(terug naar boven)
Gebruikersavatar
Jeanne
...VETERINAIR... ....DIABETES..... ...CONSULENT...
...VETERINAIR... ....DIABETES..... ...CONSULENT...
Berichten: 16264
Lid geworden op: 18 sep 2005, 12:33
Locatie: Almelo - Mickey is over de Regenboogbrug maar kreeg ruim 8 jaar Caninsulin.
Contacteer:

Re: ZIEKTE VAN CUSHING

Bericht door Jeanne »

Syndroom van Cushing (huisdierenziekenhuis)

Het syndroom van Cushing is een tumorziekte van de bijnier of de hypofyse waarbij een te grote hoeveelheid cortisol wordt geproduceerd. De verschijnselen zijn vergelijkbaar met het gebruik van hoge doses prednison.

Cortisol
Cortisol, ook wel het stresshormoon genoemd, wordt gemaakt in de bijnieren. De productie ervan staat onder controle van een hormoon dat in de hypofyse (een hersenaanhangsel) gemaakt wordt. Cortisol is in normale hoeveelheden van belang voor de energiehuishouding van het lichaam.

AfbeeldingAfbeelding
Vóór de behandeling Na de behandeling

Wanneer de bijnier te veel cortisol aanmaakt, of de hypofyse te hard aanstuurt, raakt de balans verstoord. In beide gevallen is de oorzaak een tumor. In 85% van de gevallen betreft dit een goedaardige tumor in de hypofyse en in 15% betreft dit een (kwaadaardige of goedaardige) tumor in de bijnier. Om de verschijnselen van deze aandoening te begrijpen kijken we eerst naar wat cortisol in de normale situatie doet en vervolgens wat de verschijnselen zijn bij een teveel aan cortisol.

Cortisol zorgt voor een stijging van het suikergehalte in het bloed (meer energie). Doordat de suikerspiegel stijgt, zal het lichaam reageren met het aanmaken van insuline (verlaagt de suikerspiegel) om het suiker in een goede balans te houden. Bij een teveel aan cortisol blijft de suikerspiegel stijgen. Het hongergevoel neemt toe, en de patiënt heeft erge dorst. 10% van de honden met deze ziekte heeft dan ook suikerziekte gekregen omdat de insulineproductie om de balans te herstellen, gewoonweg tekort schiet.

Cortisol bevordert de aanmaak en opslag van vet, met name in de buik. Veel patiënten hebben dan ook een dikkere buik.

Cortisol remt de aanmaak van eiwit, de bouwstenen van (onder meer) huid en vacht. De huid is vaak opvallend dun met een dunne vacht. Soms is de patiënt deels kaal (vooral de flanken).

Hoe wordt de diagnose gesteld
Naast een toegenomen eetlust, is het meest opvallende symptoom de enorme dorst en de grote plassen die deze patiënten doen. Daar zijn echter meer redenen voor en daarom wordt eerst een uitgebreid bloedonderzoek gedaan. Hierdoor krijgt de dierenarts vaak al een belangrijke aanwijzing voor het syndroom van Cushing.

Vervolgens wordt de hoeveelheid cortisol in de urine gemeten. Die is bij Cushing-patiënten namelijk verhoogd. Omdat dit hormoon een stressgevoelig hormoon is, dient de urine altijd thuis in een rustige periode te worden opgevangen.
Er worden op 3 ochtenden plasjes opgevangen, waarbij voorafgaand aan het opvangen van het laatste plasje tabletjes gegeven worden. Met deze test wordt gekeken of de aanmaak van cortisol te remmen is. Als de oorzaak gelegen is in de hypo- fyse, dan is de aanmaak meestal wel te remmen. Is de oorzaak gelegen in de bijnier, dan gaat de cortisolproductie onverminderd door. U krijgt voor het opvangen en verwerken van deze urinemonsters een uitgebreide instructie van uw dierenarts.

Vervolgonderzoek
Afhankelijk van de resultaten van de urinetest, volgt een buikecho (voor de bijnieren) of een hersenscan (voor de hypofyse). Beide onderzoeken worden gedaan om vast te stellen of een tumor eventueel nog chirurgisch verwijderd kan worden. In de hersenen is de tumor goedaardig maar kan erg groot worden en op den duur neurologische klachten veroorzaken (1:10). Op tijd verwijderen van deze tumor geneest de patiënt en voorkomt druk op de hersenen. De tumor in de bijnier is nogal eens kwaadaardig. De echo geeft informatie of er al sprake is van uitzaaiingen en groei van de tumor in de omgeving.

Therapie
Zowel een tumor van de hypofyse als van de bijnier kan (soms) operatief verwijderd worden. Naast de mogelijkheid van een operatie zijn er medicijnen. Vetoryl is een nieuw medicijn. Het vormt een blokkade in de productieketen van het cortisol. De stijging van het cortisol neemt daardoor sterk af en daardoor verminderen of verdwijnen ook alle symptomen die bij het syndroom van Cushing horen. Bij dit medicijn is de dosering erg belangrijk omdat bij te hoge doseringen te veel andere hormonen ook geremd worden. Daarom worden bij dit medicijn regelmatig bloedcontroles gedaan.

Lysodren is een medicijn dat al langer bestaat en dat de bijnierschors vernietigt. Hierdoor stopt de productie van het cortisol, maar ook van de andere hormonen die daar gemaakt worden. Deze moeten vervolgens d.m.v. tabletjes levenslang vervangen worden. Uw dierenarts zal u hierin uitgebreid begeleiden. Uiteraard zal d.m.v. regelmatig terugkerende bloedonderzoeken nauwkeurig de doseringen van deze medicijnen gecontroleerd moeten worden.

Kosten
Een operatie kost veel geld, maar ook een behandeling met medicijnen is kostbaar. De medicijnen zelf zijn duur en er zijn regelmatige (bloed)controles noodzakelijk. Laat u hierover goed voorlichten door uw dierenarts zodat u weet waar u aan toe bent.


(terug naar boven)
Gebruikersavatar
Jeanne
...VETERINAIR... ....DIABETES..... ...CONSULENT...
...VETERINAIR... ....DIABETES..... ...CONSULENT...
Berichten: 16264
Lid geworden op: 18 sep 2005, 12:33
Locatie: Almelo - Mickey is over de Regenboogbrug maar kreeg ruim 8 jaar Caninsulin.
Contacteer:

Re: ZIEKTE VAN CUSHING

Bericht door Jeanne »

Een aantal oorzaken voor kale plekken, o.a. Cushing (weetjes over katten)

JEUK
Door heftig krabben ontstaan plekken en een geïrriteerde huid (pukkels, schilfers, roodverkleuring). De jeuk kan veroorzaakt worden door ongedierte (vlooien, mijten) of het kan wijzen op een allergie.

Bij zeer heftig krabben kunnen stompe kuntsnagels om de nagels van de achterpoten worden geplaatst om de hevige zelfverwonding te stoppen.

Allergieën kunnen we onderverdelen in 3 groepen:
•vlooienallergie, vlooien (1 vlo kan al genoeg zijn),
•voedingsallergie, bijvoorbeeld door rundereiwitten,
•omgevingsallergie, bijvoorbeeld huisstof.

Vlooienallergie
Deze vorm van allergie komt het meest voor. De kat heeft veel jeuk vooral op zijn rug en bijt of likt daar de haren weg, zodat er een grote kale plek ontstaat. Vaak komen er ook kleine pukkeltjes op de huid. De dierenarts zal wat haren onderzoeken en vindt dan afgebeten haren. Dat is dan het bewijs dat de kat dit zelf heeft gedaan en dat er geen sprake is van haaruitval.
Afbeelding
De behandeling is eenvoudig. Alle huisdieren, die vlooien kunnen hebben (katten, honden, fretten, konijnen) en in hetzelfde huis wonen moeten een goede behandeling tegen vlooien krijgen. Natuurlijk moet ook de omgeving behandeld worden omdat daar eitjes, larven en poppen van de vlo kunnen zitten.


Voedselallergie
De kat heeft veel jeuk vooral aan de hals en de kop. Ze kunnen zich tot bloedens toe openkrabben. Soms komen ook maagdarmklachten voor.
Afbeelding
De behandeling is eigenlijk eenvoudig, want er moet een dieet gegeven worden, dat de kat nog nooit gehad heeft. De boosdoeners zijn de eiwitten.


Omgevingsallergie (Atopie)
Deze allergie berust op allergie voor omgevingsstoffen, zoals huisstofmijt of graspollen. De kat bijt haren op de buik weg. Het beste is ervoor te zorgen dat de kat geen contact meer heeft met de allergische stof. In de praktijk is dit echter bijna nooit uitvoerbaar.
Afbeelding
Dikwijls moeten er medicijnen worden gegeven. Er worden tegenwoordig zeer goede resultaten geboekt met cyclosporinen. Deze medicijnen geven een goed resultaat zonder bijwerkingen.


HORMONAAL
Dit geeft vrijwel altijd een symmetrische kaalheid.

Enkele oorzaken:
Gemis aan vrouwelijke hormonen.
Bij castratie komt het voor dat er kaalheid optreedt van de spiegel (= het gedeelte onder de staart), de binnenkant van de achterpoten en de buik. Soms gaat door een hormooninjectie, maar ook wel spontaan, het probleem over.

Schildklierproblemen.
Terwijl bij de hond bij afwijkingen aan de schildklier vrijwel altijd sprake is van een te trage schildklier, is dit bij de kat juist het tegenovergestelde.
Bij oudere katten komt nogal eens een te actieve schildklier voor. Het gevolg is een onrustige, opgejaagde kat die veel eet en drinkt en toch mager is (dit kan ook het geval zijn bij suikerziekte!).
Deze katten zijn de hele dag druk met hun vacht bezig en likken overdreven veel. Dit geeft een mottige vacht met kale plekken.

De bijnieren.
Wanneer de bijnierschors te actief is (de ziekte van Cushing), ontstaat het beeld van een patiënt die veel en langdurig prednison slikt:

•spieren slinken (ledematen worden dunner),
•de romp wordt echter dikker door vetafzetting.
•de huid wordt dun en haarzakjes verdwijnen.

Bij de kat levert dat een dunne vacht met kale plekken op.


PSYCHISCHE KAALHEID
Deze emotionele vorm van kaalheid komt alleen bij onze kat voor. Sommige katten gaan een stressvolle situatie te lijf door zich overmatig te verzorgen, te likken en zelfs plukken uit de vacht te trekken.
Veranderde omstandigheden in huis vormen vaak de onderliggende oorzaak, bijvoorbeeld de geboorte van een baby, een verhuizing, complete nieuwe inrichting van het huis enz. Het is van belang de oorzaak op te sporen. Als de oorzaak niet is weg te nemen, blijft er alleen behandeling met al of niet homeopatische middelen over.
Zie ook bij "Poetsgekte"


TEKORTEN AAN ONVERZADIGDE VETZUREN
Dit is een veel voorkomend tekort en wordt vaak over het hoofd gezien. De huid wordt droger, soms ziet men schilfertjes. De haren zijn een beetje dof en vallen gemakkelijk uit.
Deze vetzuren moeten dus aangevuld worden via de voeding. Voor de kat bestaat hiervoor een vloeibare olie-achtige oplossing.


TEKORT AAN ALGEMENE VITAMINES
Dit komt nog zelden voor omdat de meeste katten goede commerciële voeders eten waarin alle benodigde vitaminen en mineralen in de juiste hoeveelheden zijn verwerkt.
Het kan echter voorkomen dat bepaald voeder niet volledig verteerd wordt en zodoende de voedingsstoffen onvoldoende of slecht worden opgenomen. Op lange duur kan dit aanleiding geven tot huid- en vachtproblemen.
Ook wanneer je het eten zelf maakt, kunnen tekorten aan voedingsstoffen voorkomen. Koken voor de kat is niet gemakkelijk. Heel vaak zal de kat alleen het vlees uit het zorgvuldig samengestelde diner oppeuzelen. Op deze manier kunnen tekorten ontstaan van vitaminen en mineralen. Deze tekorten kunnen dan weer van invloed zijn op de huid.
De oplossing hiervoor ligt voor de hand: ander voer kiezen en bij het zelf klaarmaken extra vitaminen en mineralen toedienen.
Vitaminen en mineralenmengsels zijn er in verschillende vormen: vloeistoffen, poeders of tabletten.
Zie ook bij "Vitamines"


BACTERIËN EN SCHIMMELS
Huidinfecties (bacterie) of huidschimmels tasten de huid aan en kunnen overmatig haarverlies veroorzaken doordat de kat gaat krabbelen (jeuk) of omdat de haarfollikels (de plaats waar het haartje ontspringt) aangetast worden door de bacterie of schimmel.
Bacteriële huidinfecties moeten met antibiotica aangepakt worden. Meestal wordt een "kweek" gemaakt van de huidbacterie om te zien welke bacterie het is en dus de juiste antibiotica gekozen kan worden.
Schimmel kan worden bestreden met lotions en in ernstige gevallen met tabletten. Deze tabletten moeten dan wel lange tijd gegeven worden (ongeveer 6 weken) omdat de schimmel anders weer de kop kan opsteken.

OVERIGE
Katten kunnen ook spontaan hun haren verliezen bij nervositeit of koorts.


ALLERGIETEST
Tegenwoordig kan er een allergietest bij de kat gedaan worden. De kat wordt verdoofd en er wordt een kleurstof in de ader gespoten, waarna de test afgelezen kan worden.
Afbeelding


(terug naar boven)
Gebruikersavatar
Jeanne
...VETERINAIR... ....DIABETES..... ...CONSULENT...
...VETERINAIR... ....DIABETES..... ...CONSULENT...
Berichten: 16264
Lid geworden op: 18 sep 2005, 12:33
Locatie: Almelo - Mickey is over de Regenboogbrug maar kreeg ruim 8 jaar Caninsulin.
Contacteer:

Re: ZIEKTE VAN CUSHING

Bericht door Jeanne »

SYNDROOM VAN CUSHING BIJ HOND, KAT, CAVIA, KONIJN en FRET (Huisdierendokter)

Anatomie van de bijnieren

Uw huisdier heeft twee bijnieren. Hoewel de namen erg veel op elkaar lijken en ze anatomisch gezien naast elkaar liggen, hebben de bijnieren een volledig andere taak dan de nieren.
De bijnieren bestaan uit een schors en uit merg. De schors produceert steroïde hormonen (cortisol, aldosteron en androgenen) terwijl het merg adrenaline en noradrenaline aanmaakt. Bij het syndroom van Cushing is het niet zo, dat de bijnieren niet goed genoeg werken, integendeel, er wordt juist teveel cortisol aangemaakt!

Oorzaken van Cushing
Het syndroom van Cushing komt voornamelijk bij honden voor en vrij zelden bij katten en overige huisdieren. Dr. Cushing, een Amerikaans neurochirurg (1869-1939) heeft de ziekte als eerste beschreven. Bij het Cushing syndroom wordt teveel cortisol geproduceerd; dit is een lichaamseigen hormoon, dat wordt aangemaakt in de bijnieren. Een tumor van de bijnierschors kan de oorzaak daarvan zijn, maar veel vaker -in ongeveer 90% van de gevallen- wordt de ziekte door een goedaardige tumor van de hypofyse (hersenaanhangsel) veroorzaakt. De taak van de hypofyse is het o.a. verschillende hormonen aan te maken, die op hun beurt weer ondergeschikte klieren, zoals de de bijnieren, stimuleren. Één van deze hormonen is ACTH (AdrenoCorticoTroop Hormoon), wat aan de bijnieren "de opdracht" geeft, meer cortisol te produceren.

Bij het zogenaamde iatrogene syndroom van Cushing is er een andere oorzaak (iatrogeen betekent: door een geneeskundige behandeling veroorzaakt). Bij deze vorm maakt het lichaam van uw hond of poes dus niet teveel cortisol aan, maar reageert op een te hoge hoeveelheid cortison die van buitenaf toegevoerd wordt, in de vorm van tabletten of spuitjes. Cortison is de inactieve vorm van het in het lichaam geproduceerde cortisol.
Deze medicijnen worden heel vaak ingezet, b.v. bij artritis of astma. Hoeveel en hoelang een hond of een poes een behandeling met cortison verdragen kan zonder het syndroom van Cushing te ontwikkelen is per dier verschillend. Sommige dieren verdragen een cortison behandeling jarenlang zonder problemen, andere krijgen al na een paar keer symptomen.
Wanneer uw dier een iatrogeen syndroom van Cushing ontwikkeld heeft, is stoppen met de cortison behandeling de beste therapie. U mag echter nooit opeens met de cortison tabletten stoppen; dit kan voor uw hond levensgevaarlijk worden, omdat de bijnieren "lui" geworden zijn door het van buitenaf toegevoerde cortison en zelf niet veel meer produceren! De behandeling met cortison moet heel langzaam, onder begeleiding van uw dierenarts beëindigd of, wanneer dit niet mogelijk is, zoveel mogelijk gereduceerd worden, anders kan er een levensgevaarlijke Addison-crisis (onderfunctie van de bijnieren) ontstaan.

Symptomen in het beginstadium van Cushing
Door een teveel aan cortison in het lichaam kunnen er veel symptomen ontstaan. Waarschijnlijk valt u als eerste op, dat uw dier veel meer eet, veel dorst heeft en vaker moet plassen. Zijn vacht kan langzamer groeien of er kunnen kale plekken ontstaan. Ook de kleur kan veranderen, b.v. lichter worden. De huid kan dun en "plooierig" worden, wonden genezen langzamer of er kunnen blauwe vlekken ontstaan. Uw dier wordt gauwer moe. Bovendien kan de huid sneller ontsteken, b.v. door bacteriën of schimmels, omdat teveel cortison de immuun afweer van het lichaam vermindert.

Andere Symptomen van Cushing
Er kunnen echter ook nog veel andere ernstige ziektes bij uw hond ontstaan, zoals osteoporose (botontkalking). Dit komt omdat door cortison de eiwitten in het lichaam sneller worden afgebouwd. Hierdoor ontstaan sneller botbreuken. Ook de spiermassa neemt af, ze worden slapper, terwijl er om de romp meer vet ontstaat: uw dier krijgt dunne poten en een dik lijf. Andere mogelijke bijwerkingen van een langer durende en/of hooggedoseerde behandeling met cortison zijn: diabetes mellitis ("suikerziekte"), hoge bloeddruk, trombose, problemen met de luchtwegen (b.v. moeilijk ademen, hijgen, longontsteking) of oedeemvorming (vocht vasthouden in het lichaam).
Ook de ogen kunnen aangedaan zijn (b.v. hoornvlieszweren).
Verder kan de loopsheid (vruchtbaarheid) minder worden, of de testikels worden kleiner.
Het is ook mogelijk, dat er psychische symptomen optreden, b.v. een depressie of angst.
Bij pups en jonge honden ontstaan er vaak groeiproblemen, omdat cortison o.a. een remmende werking heeft op het groeihormoon van de hypofyse.

Diagnose Cushing
Uw dierenarts zal waarschijnlijk door het uiterlijk van uw hond al een vermoeden hebben. Daarom zal hij bepaalde bloed- en urineonderzoeken doen, uw huisdier röntgen, een echografie en evt. een CT-scan maken om de tumor te lokaliseren.

Behandeling Cushing
Omdat cortisol iedere lichaamscel beïnvloedt is het belangrijk, zo snel mogelijk met de behandeling te beginnen.
De reguliere geneeskunde kan proberen de bijniertumor te verwijderen. Of dit mogelijk is, hangt van de plaats van de tumor af. De chirurgische verwijdering van een hypofysetumor is meestal erg moeilijk, omdat deze niet gemakkelijk te bereiken en de tumor erg klein is (zo groot als een speldenknop). Deze operatie kan dan ook alleen maar in gespecialiseerde dierenklinieken worden uitgevoerd en wordt niet vaak gedaan.
Daarom worden meestal tabletten voorgeschreven, of Lysodren (wat ook bij kanker wordt ingezet en veel bijwerkingen heeft), of Trilostane; dit is een nieuwere therapie en wordt beter verdragen. Trilostane is echter ook niet zonder bijwerkingen: er kunnen lichtere symptomen ontstaan, zoals zwakte, overgeven, diarree, anorexie of spiertrillingen, maar het kan ook tot nierfalen of plotselinge dood leiden!

De Chinese kruidengeneeskunde werkt bij het syndroom van Cushing met de formule Cushing complex, deze remt de vorming van de cortisol op natuurlijk wijze af, zonder dat er schadelijke bijwerkingen ontstaan zoals met de Lysodren of Trilostane.


(terug naar boven)
Gebruikersavatar
Jeanne
...VETERINAIR... ....DIABETES..... ...CONSULENT...
...VETERINAIR... ....DIABETES..... ...CONSULENT...
Berichten: 16264
Lid geworden op: 18 sep 2005, 12:33
Locatie: Almelo - Mickey is over de Regenboogbrug maar kreeg ruim 8 jaar Caninsulin.
Contacteer:

Re: ZIEKTE VAN CUSHING

Bericht door Jeanne »

Feline Diabetes Mellitus: How Relevant are Acromegaly, Hyperadrenocorticism and Pancreatitis as Underlying Disorders?
Claudia E. Reusch, Dr.med.vet, DECVIM-CA
Prof., Zurich, Switzerland
2010 WSAVA Congress - Geneva, Switzerland - June 2-5, 2010

Introduction

Traditionally, the classification of diabetes mellitus in cats has more or less followed the model used in human medicine. Although the etiopathogenic mechanisms may not be identical, the human model provides a guide for the characterization of various forms of the disease. While type-1-like diabetes seems to be rare it is currently assumed that up to 80% of cats suffer from a type-2-like diabetes. Other specific types (formerly called secondary diabetes mellitus) may occur in approximately 20% of diabetic cats. They develop as a sequela of another disease, the most important of which are pancreatitis, hyperadrenocorticism and hypersomatotropism (acromegaly). Diabetes may also be drug-induced (glucocorticoids, progestins). Usually, the presence of those diseases is only considered in cats in which regulation of diabetes is difficult.

Work-Up in Diabetic Cat with Persistence of Clinical Signs

Recurrence or persistence of clinical signs is a frequent problem in diabetic cats. The first step is to confirm that the cat is indeed poorly regulated (i.e., has clinical signs of diabetes). High blood glucose levels may be incorrectly interpreted to be the result of poor glycemic control when, in fact, they are stress induced. Fructosamine concentration is also not always a reliable parameter and is sometimes moderately to markedly increased although the cat is clinically well.

In cats in which the insulin dose has been increased to approximately 1 U/kg BID a stepwise approach should be taken to exclude technical errors, insulin underdose, insulin overdose and Somogyi effect, short duration of insulin effect or prolonged duration of insulin effect. If no problem is identified thus far diagnostic work-up for diseases causing insulin resistance should be pursued. In principle any other concurrent disease (e.g., inflammatory, infectious, neoplastic) may cause insulin resistance. The most relevant are: pancreatitis, pancreas adenocarcinoma, hyperadrenocorticism, hypersomatotropism, infection of oral cavity, chronic renal failure and obesity. As a last resort, poor absorption of insulin and circulating insulin antibodies should be considered, although the relevance of the latter is controversial.1 The review will focus on pancreatitis, hyperadrenocorticism and hypersomatotropism.

Hyperadrenocorticism (Cushing)

Approximately 80% of cats with hyperadrenocorticism (HAC) will develop diabetes mellitus. Insulin resistance is often severe, however, there are cases with only mild or moderate insulin resistance. HAC is considered to be a rare disease in cats. 75-80% of cats have pituitary-dependent disease and 20-25% have cortisol-secreting adrenocortical tumors. In rare circumstances, adrenocortical tumors secrete other steroid hormones (e.g., progesterone). However, clinical signs are identical to those of hypercortisolism, and diabetes mellitus may develop as well. In addition to pu/pd and weight loss, which are usually due to concurrent diabetes mellitus, typical clinical signs are abdominal enlargement, an unkempt seborrheic hair coat, thinning of the hair coat, failure of hair to regrow or alopecia and muscle weakness. Severe cases may have thin fragile skin that tears easily. Cats with large pituitary masses may have CNS disturbances. However, clinical signs may also be mild and HAC is often not suspected until it becomes evident that the diabetes is difficult to regulate.

As in dogs the work-up is a two step procedure. First, the diagnosis of HAC should be confirmed by means of screening-tests. The urine cortisol-to-creatinine ratio has been described to be a sensitive screening-test. It should be remembered that reference values are strongly laboratory/assay dependent, and that the test's specificity is only moderate. We recently investigated the dexamethasone test in a group of diabetic cats 6 weeks after initiating insulin therapy. In 20 of 22 cats, the cortisol concentration was completely suppressed at 4 and 8 hours after the application of 0.1 mg/kg dexamethasone IV. The results did not differ between cats with good glycemic control and those with moderate to poor control. In 2 cats, the test was abnormal and hyperadrenocorticism was confirmed by histopathology.2 Based on our results, the dexamethasone test appears to be a suitable part of the diagnostic work-up in diabetic cats suspected of having hyperadrenocorticism. In our hospital, the test is carried out 6-8 weeks after initiating insulin therapy. The ACTH stimulation test is a test to investigate adrenal reserve, and therefore a test which is more appropriate for the diagnosis of hypo- than hyperadrenocorticism. Ultrasonography may be used as a discriminating test, whereas, interpretation of the adrenal gland findings appear to be more difficult than in dogs. In general terms bilateral symmetrical appearance of the adrenal glands in cats with confirmed HAC is indicative for pituitary disease, unilateral enlargement or differences in size for an adrenal tumor. Further discriminating tests are measurement of endogenous ACTH and pituitary imaging by means of CT or MRI.

Treatment of feline HAC is difficult and none of the treatment modalities have been used in a large enough number of cats to allow reliable recommendations. Microsurgical transsphenoidal hypophysectomy is an effective method, and may become the treatment of choice in the future. Currently, expertise is lacking in most centres. Pituitary radiation has been described in only very few cats with mixed results. Bilateral adrenalectomy has long been considered the treatment of choice, however post surgical complications are common and lifelong treatment with mineralo- and glucocorticoids is required. The response to medical treatment as mitotane or ketokonazole has been poor. Recently, trilostane has been used with some success and may become the medical treatment of choice. Initial dosage usually is 30 mg/cat SID.3,4 In cats with unilateral adrenal tumor removal of the affected gland should be recommended.

Hypersomatotropism (Acromegaly)

Nearly all cats with hypersomatotropism will develop diabetes mellitus. Hypersomatotropism in cats is caused by a growth hormone (GH)-producing tumor (usually an adenoma) in the pars distalis of the pituitary gland. GH has catabolic and anabolic effects; the latter are in part mediated by insulin-like growth factor-1. The catabolic effects are mainly due to insulin antagonism and are the reason for the diabetes mellitus. The anabolic effects include proliferation of bone, cartilage, soft tissue and organs resulting in a large body size, broad head and large paws, weight gain, prognathia inferior, respiratory difficulties because of thickening of pharyngeal tissues, degenerative arthropathy and organomegaly with potential organ dysfunction. Growth of the tumor may lead to signs of CNS disease. As previously mentioned for hyperadrenocorticism, clinical signs may also be very subtle or even absent.

Acromegaly has long been considered a rare disorder. It was recently suggested that acromegaly occurs more frequently than previously thought and is most likely underdiagnosed.5 However, more studies are needed to evaluate the true incidence of the disease. According to currently available data it seems that acromegaly is relatively frequent in cats with insulin resistance6 but uncommon in uncomplicated cases. Since the availability of a validated GH assay for cats is a problem, diagnosis is usually based on the finding of high IGF-1 concentration. Two important points should be kept in mind. First, circulating IGF-1 is bound to proteins, which must be removed before measurement. However, not all methods are equally effective, and intra-assay inference of binding proteins may lead to false high IGF-1 levels.7 Therefore, only assays validated for the cat should be used. Second, IGF-1 concentrations are often low in newly diagnosed diabetic cats and increase markedly after initiating insulin therapy. Low IGF-1 levels have also been seen initially in untreated diabetic cats with acromegaly.8 This observation is explained by the fact that relatively high insulin concentrations are required in the portal vein for the expression and function of GH receptors on hepatocytes, and this mechanism is impaired in insulin-deficient states.9 In our hospital, IGF-1 is therefore usually only measured 6-8 weeks after initiating insulin therapy.

Experience with treatment is limited. As in cats with hyperadrenocorticism microsurgical transsphenoidal hypophysectomy may become the treatment of choice at some time in the future. The most frequently reported modality currently is radiation therapy. We and others have seen clinical improvement, reduction of insulin requirement and decrease in size of the pituitary tumor. Interestingly, IGF-1 does not seem to be a suitable method to monitor treatment success, i.e., it may remain high despite improved glycemic control.10,11,12 Medical treatment with somatostatin analogues may be successful in some cases.

Pancreatitis

The association between diabetes mellitus and pancreatitis is complex and far from being clear in humans as well as in small animals. Although the endocrine and exocrine pancreatic tissues have traditionally been viewed as separate systems it is now clear that they are anatomically and functionally related. There is cell-to-cell contact between exocrine and endocrine cells and an islet-acinar portal system communicates between the two parts. It is assumed that blood coming from the islets flows into the acinar capillaries before leaving the pancreas and that islet hormones have a role in regulating the exocrine pancreas.

In humans it has long been thought that diseases of the exocrine pancreas account for about 0.5-1.7% of all cases of diabetes. However, recent papers suggest that the prevalence is underestimated and may in fact comprise 8% or more.13 In around 50% of human patients with acute pancreatitis temporary hyperglycemia can be observed, diabetes may persist in 1-15% of them. In chronic pancreatitis the prevalence of diabetes varies between 30 and 83%. The longer the duration of chronic pancreatitis the higher the number of patients who develop diabetes. To make the issue even more complex it is now known that approximately 40% of patients with type 1 and type 2 diabetes have impaired exocrine pancreatic function.14

In diabetic cats pancreatitis may also be common, however, it is not known whether the former triggers the latter or vice versa. In one retrospective post mortem study pancreatitis was present in 19 of 37 (51%) diabetic cats (chronic pancreatitis in 17, acute-subacute in 2).15 In a recent laboratory study increased fPLI was found in 24 of 29 (83%) samples from diabetic cats. Unfortunately nearly no clinical information was available due to the nature of the study (evaluation of submitted samples). Interestingly in the same study fPLI was also increased in 15 of 23 (66%) of samples from non-diabetic cats.16 We are currently investigating the relationship between pancreatitis and diabetes mellitus and the various diagnostic tests in a prospective manner. In cats with newly diagnosed diabetes without any obvious complications the prevalence of increased fPLI is much lower than in the study mentioned above. Only 2 out 13 (15%) cats had mildly increased fPLI (between 12 and 20 µg/dl), in all other cases it was normal.

Clinical signs of pancreatitis are unspecific and may range from mild to life-threatening. The most common signs are anorexia, lethargy, less common are vomiting and diarrhoea. Others such as tachypnoea/dyspnoea, hypothermia or fever, tachycardia, abdominal pain and a palpable abdominal mass may also be seen. Glycemic control can be extremely difficult in cats with pancreatitis and glucose concentrations may show wide fluctuations with unpredictable episodes of hypoglycaemia. Treatment of acute pancreatitis includes fluid therapy, pain management, antiemetics, nutrition, antithrombotic prophylaxis, antibiotics. In chronic pancreatitis treatment is mainly limited to dietary management.


References
1. Reusch C in Ettinger & Feldman 2010, 1796.
2. Kley S, et al. SAT 2007;149:493.
3. Skelly BJ, et al. JSAP 2003; 44:269.
4. Neiger R, et al. JVIM 2004;18:160.
5. Niessen SJM, et al. JVIM 2007;21:899.
6. Slingerland LI, et al. Dom Anim Endocrinol 2008; 35:352.
7. Tschuor F, et al. SCE meeting 2007.
8. Reusch CE, et al. Vet Rec 2006;158:195.
9. Bereket A, et al. Horm Metab Res 1999;31:172.
10. Kaser-Hotz B, et al. JSAP 2002;43:303.
11. Brearley MJ, et al. Vet Comp Oncology 2006;4:209.
12. Dunning MD, et al. JVIM 2009; 23:243.
13. Hardt PD, et al. Diabetes Care 2008;31:165.
14. Czako L, et al. Pancreatology 2009;9:351.
15. Goosens MM, et al. JVIM 1998 ; 12:1.
16. Forcada Y, et al. JFMS 2008;10:480.


Speaker Information
(click the speaker's name to view other papers and abstracts submitted by this speaker)
Claudia E. Reusch, Dr. med.vet., Prof., DECVIM-CA
Zurich, Switzerland



(terug naar boven)
Gebruikersavatar
Jeanne
...VETERINAIR... ....DIABETES..... ...CONSULENT...
...VETERINAIR... ....DIABETES..... ...CONSULENT...
Berichten: 16264
Lid geworden op: 18 sep 2005, 12:33
Locatie: Almelo - Mickey is over de Regenboogbrug maar kreeg ruim 8 jaar Caninsulin.
Contacteer:

Re: ZIEKTE VAN CUSHING

Bericht door Jeanne »

Syndroom van Cushing, vraagt om therapie op maat! (hond)

Op 21 en 22 januari dit jaar vond voor de 15" keer het congres over geneeskunde van het gezelschapsdier in het kasteel van Rhoon plaats.
Zoals elk jaar waren de onderwerpen divers en varieerden van infectieuze aandoeningen bij de kat, communicatie in de praktijk, luchtwegaandoeningen bij de hond en kat tot hypercortisolisme bij de hond.
Over dit laatste onderwerp sprak dierenarts-specialist dr. Hans Kooistra
.

In zijn eerste voordracht werden de verschillende uitingsvormen van deze aandoening belicht en in zijn tweede voordracht besprak hij de therapeutische mogelijkheden.

...lees meer... Uit: "In Praktijk- aug-2011"
20110801.3 In Praktijk.pdf

(terug naar boven)
Je hebt niet voldoende permissies om de bijlagen van dit bericht te bekijken.
Gesloten